In de Schuttevaer van 7 februari 2020 heeft u een artikel kunnen lezen over Filipijnse matrozen aan boord van Nederlandse schepen. Hierin werden risico’s genoemd die inleners van Filipijnse werknemer(s) zouden kunnen lopen.
De vermelde risico’s zijn:
- de Filipijnse werknemer heeft geen POEA (Phillipine Overseas Emloyment Agency) ‘contract’;
- de Filipijnse werknemer is niet juist verzekerd bij ziekte en overlijden indien geen POEA ‘contract’ overlegd kan worden;
- het uitzendbureau moet in landen als België en Oostenrijk over een uitzendvergunning beschikken;
- het vestigingsadres van het uitzendbureau in een ander land dan waar het visum is afgegeven (met visum wordt hier bedoeld: een werk- en verblijfsvergunning).
GoodCrew heeft kennis genomen van dit artikel en voorgelegd aan Maes Law, een van ’s lands topkantoren op dit gebied. De conclusie is dat de verschillende onderwerpen fors door elkaar worden gehaald. Zowel voor ons, maar ook voor u is het van belang helderheid te krijgen in deze complexe materie.
Hieronder de reactie van Maes Law op de vermelde risico’s:
Filipijnse werknemer heeft geen POEA contract.
Het POEA ‘contract’ wat al voor zoveel misverstanden en ellende heeft gezorgd, helaas ook in Nederland, is in feite helemaal geen contract. De beste omschrijving is die van een Filipijns uitreisvisum om arbeid buiten de Filipijnen te mogen verrichten. Oneerbiedig zouden we dit een soort ’exportvergunning’ voor Filipijnse arbeidskrachten kunnen noemen.
In dit ‘contract’ staan minimumvoorwaarden waaronder een Filipijn van zijn overheid in het buitenland arbeid mag gaan verrichten. Deze overeenkomst heeft buiten de Filipijnen in feite geen enkele waarde en kan in beginsel alleen op de Filipijnen gehandhaafd worden.
Er bestaat dus geen enkele reden noch geen wettelijke grondslag voor Europese autoriteiten én Europese verzekeraars om het POEA ‘contract’ als voorwaarde voor wat dan ook te gebruiken. De arbeidsovereenkomst tussen de Filipijnse werknemer en de Europese werkgever is leidend, niet het POEA document.
Legaal werken in een EU-land, zijnde een niet EU/EER/CH inwoner, vindt plaats op basis van het vreemdelingenrecht van de lidstaat waar men in dienst is én waar feitelijk arbeid wordt verricht. Er kan onder omstandigheden, bijvoorbeeld in het kader van de vrijheid van dienstverrichting dan wel op grond van nationale vrijstellingen van werkvergunningplicht, in meerdere lidstaten arbeid worden verricht door dezelfde werknemer.
Filipijnse werknemer is niet juist verzekerd bij ziekte en overlijden indien geen POEA contract overlegd kan worden.
Zie hiervoor: er bestaat geen enkele reden noch geen wettelijke grondslag voor Europese autoriteiten én Europese verzekeraars om het POEA contract als voorwaarde voor wat dan ook te gebruiken. Niet alle verzekeraars sluiten kosten bij ziekte en overlijden uit indien geen POEA contract overlegd kan worden. Zo is ons bekend dat GoodCrew een ziektekostenverzekering voor haar werknemers heeft waarin deze kosten wel zijn gedekt. Uiteraard geldt ook hier dat het bewust opzoeken van gevaren door werknemer buiten de verzekering vallen.
Uitzendbureau moet in landen als België en Oostenrijk over een uitzendvergunning beschikken.
Wij citeren uit een officieel document van de Vlaamse overheid: “Indien de tewerkstelling in de territoriale wateren plaatsvindt, is het decreet (Private arbeidsbemiddeling) in principe niet van toepassing aangezien de territoriale wateren van België geen deel uitmaken van het grondgebied van het Vlaams Gewest.”
Vestigingsadres van de uitlener in een ander land dan waar visum is afgegeven.
Het is belangrijk dat u als inlener weet waar het kantoor is gevestigd van de uitlener / het uitzendbureau. De uitlener moet een kantoor – ‘substance’ – in het land hebben waar het visum wordt afgegeven, hele bijzondere uitzonderingen daargelaten. De werkzaamheden van de uitlener moeten verricht worden vanuit het kantoor of in het land waar het visum is afgegeven.
Als blijkt dat het hier gaat om een ‘postbusfirma’, weigeren de Duitse autoriteiten de vergunning of trekt men deze in, waarbij de Nederlandse autoriteiten ook nog eens kunnen beboeten wegens illegale tewerkstelling omdat niet aan alle voorwaarden van intra-EU dienstverrichting is voldaan.
Onze conclusie:
Helaas moeten we constateren dat er bijna geen ander rechtsgebied is als het immigratierecht waar onwetendheid tot ’norm’ wordt verheven. Wanneer het gaat om lager betaalde arbeid, dan ligt vanzelf uitbuiting op de loer. De autoriteiten veronderstellen het echter als bijna vanzelfsprekend en gezien de complexe wet- en regelgeving is dit begrijpelijk. Laat u daarom goed en kundig adviseren door GoodCrew en/of haar advocatenkantoor Maes Law.
GoodCrew stelt als prioriteit uw risico’s en die van onze werknemers tot een minimum te beperken. Onze werkwijze wordt dan ook eerst getoetst door gerenommeerde advocaten. Wanneer aan alle van toepassing zijnde wet- en regelgeving wordt voldaan, geldt er voor iedereen een ’behouden vaart’.